errores ciclismo a5124ecf 88f3 47cb 9b16 7a29a0d83060

Top 10 meest gemaakte fouten bij het wielrennen

Als beginnende wielrenners maken we veel fouten – en die kunnen op elk moment gebeuren. Sommige zijn te wijten aan een gebrek aan kennis, omdat we tijd en ervaring nodig hebben om te leren, andere worden bewust gemaakt, als gevolg van overmoed. Door deze meest voorkomende beginnersfouten uit te leggen hopen we je te helpen ze te vermijden, zodat je fietsritten veiliger en aangenamer worden.

Denken dat je de beste uitrusting en de beste fiets nodig hebt

Laat het idee dat je niet de perfecte kleding, accessoires en fiets hebt je er niet van weerhouden om te gaan fietsen. Wat echt telt is enthousiasme en het plezier om deze enerverende sport te beoefenen. Passie is het enige wat je nodig hebt, naast een fiets en een helm, en dat brengt ons bij de tweede fout.

Fietsen zonder helm

“Ik draag geen gordel, het is toch om de hoek.” Klinkt bekend, nietwaar? Een fietshelm is net zo belangrijk. Het is waar dat het gebruik ervan in veel landen niet verplicht is, maar onze aanbeveling is dat iedereen, zowel volwassenen als kinderen, hem te allen tijde draagt. Als je gaat fietsen en je hebt geen fietshelm, ga dan naar een plaatselijke winkel en laat je adviseren bij het kiezen van de juiste helm. Zorg ervoor dat je hem correct draagt, hoe gek het ook klinkt, sommige onwetende wielrenners slagen erin hem achterstevoren op te zetten. 

Ken je grenzen

Probeer niet te snel, te ver, te hard te gaan. Natuurlijk moet je proberen vooruitgang te boeken en beter te worden, maar neem je tijd. Laat een stap vooruit geen twee stappen terug betekenen. Wanneer professionals aan een nieuw trainingsseizoen beginnen, beginnen ze met ritten van zeer lage intensiteit om geleidelijk in vorm te komen. Leer van hen.

Ondergoed dragen onder je korte fietsbroek

Draag nooit ofte nimmer ondergoed onder je korte fietsbroek, want als die niet direct op je huid zit, kan hij zijn werk niet doen: zweet afvoeren, schuren voorkomen en comfort bieden aan je kont en kruis. Wat je wel kunt doen is er een lange fietsbroek overheen dragen, zoals veel professionals doen. Gebruik geen gym- of fitnessleggings, want die hebben de neiging af te zakken. Dit brengt ons bij een andere veelgemaakte fout.

De route niet voorbereiden en de weersvoorspellingen niet controleren om de juiste kleding te kiezen

Als je een lange route gaat fietsen of van plan bent veel uren op de fiets door te brengen, controleer dan de weersvoorspellingen om te beslissen wat je gaat dragen. Als de kleding die je draagt niet warm genoeg is, zul je het koud krijgen, maar als je te veel warme kleding aantrekt, zul je uiteindelijk oververhit raken. In de winter of op koude dagen raden we je aan wat extra laagjes te dragen, omdat je die altijd kunt losritsen of uittrekken. Gedurende de rest van het jaar is het een goed idee om een winddicht fietsvest en armstukken in de zakken van je wielershirt te dragen.

Geen reserveonderdelen, gereedschap en geld meenemen

Het overkomt alle wielrenners. De manier om te voorkomen dat je strandt is om nooit de zadeltas of de opbergfles voor gereedschap van de fiets te halen. Daarin moet je altijd het volgende bij je hebben: 1-2 binnenbanden, 2 bandenlichters, 2 lijmloze pleisters, een pomp of CO2-patronen, een multitool met kettingbreker en wat geld voor noodgevallen. Natuurlijk moet je weten hoe je een lekke fietsband of een gebroken ketting repareert, want het heeft geen zin gereedschap te hebben als je niet weet hoe je het moet gebruiken.

Geen snacks of water meenemen en niet genoeg eten of drinken

Elke fietser heeft wel eens last gehad hongerklop (plotselinge vermoeidheid en verlies van energie). Ongeacht het niveau, deze dingen gebeuren, maar zorg er in ieder geval voor dat je snacks of geld hebt om de situatie te redden. Vul je bidon voor vertrek en stop een snack of wat geld in een zak van je wielershirt of –jack. Drink water, ook als je geen dorst hebt. Bovendien wordt over het algemeen aangeraden om elke 40 minuten te eten, maar alles hangt af van de intensiteit van de inspanning, het niveau van elke fietser, en van wat je ‘s ochtends als ontbijt en de vorige dag als avondeten hebt gehad.

Het zadel niet op de juiste hoogte zetten

Het zadel te laag of te hoog zetten is een veelgemaakte fout. Als de voorkant van je knie pijn doet, is dat waarschijnlijk omdat je zadel lager is ingesteld dan zou moeten. Als je pijn voelt aan de achterkant van je knie, staat je zadel te hoog. De eenvoudigste manier om de juiste hoogte te vinden is door op het zadel te gaan zitten en je hiel op het pedaal te plaatsen met de trapper op het laagste punt. Je been moet bijna helemaal recht zijn. Als je tegen een muur, een boom of een auto leunt, moet je met je hielen kunnen trappen.

Je fiets niet controleren voordat je op pad gaat

Fietshelm, korte fietsbroek zonder ondergoed, reserveonderdelen, eten, drinken… klaar om kilometers te gaan rijden! Wacht! Ben je er zeker van dat je je fiets kan stoppen als het nodig is? Vergeet niet te controleren of de remmen werken. Controleer ook de bandenspanning. Een lage bandenspanning veroorzaakt meer wrijving, waardoor meer energie verloren gaat, de band verslijt en je het risico loopt een lekke band te krijgen. Als je niet veel weegt, pomp de banden dan niet op tot de aanbevolen maximale druk, want dan gaat de fiets stuiteren en voel je elke kleine hobbel op de weg. Zorg er ten slotte voor dat de ketting niet piept en smeer hem indien nodig. Gebruik niet teveel olie en als hij erg vuil is, maak hem dan eerst schoon.

Denken dat auto’s, voetgangers of andere wielrenners je zien

Zelfs als je fietsverlichting, een vest of reflecterende kleding gebruikt, kun je er maar beter van uitgaan dat je onzichtbaar bent en anticiperen op de mogelijke bewegingen van andere voertuigen en voetgangers. Vooral wanneer er rotondes, kruispunten en oversteekplaatsen zijn. Op wegen met weinig of geen berm kun je beter een meter van de rand rijden. Op die manier ben je beter zichtbaar voor de bestuurders en zullen ze je niet proberen in te halen als daar geen ruimte voor is. Als je te dicht bij de rechterrand rijdt (links in landen met links verkeer), heb je geen ruimte om je koers te corrigeren of om eventuele kuilen of obstakels op de weg te ontwijken.

We hebben deze fouten al voor je gemaakt, dus we hopen dat je de meeste ervan niet zult herhalen. Vele kunnen vermeden worden door de route te plannen en de fiets van tevoren voor te bereiden, andere door te leren van de ervaring die we bij elke fietstocht opdoen, terwijl sommige fouten je eigenlijk zelf moet maken. Denk aan ons tijdens je volgende hongerklop!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd *

Aanbevolen artikelen